Tegenwoordig zijn mensen over de hele wereld door internet en vliegverkeer met elkaar verbonden, maar lange tijd kon men over verre landen alleen te weten komen door verhalen van een kleine groep reizigers en de objecten die zij meebrachten. In Leiden heeft de universiteit vanaf haar oprichting in 1575 een voortrekkersrol gespeeld in het verzamelen van deze informatie.
oprichting en ontwikkeling
EEN FRAAI GESCHENK
De Universiteit Leiden is de oudste universiteit van Nederland. Willem van Oranje vond het een passend geschenk aan de stad, als dank voor de inzet en moed tijdens het Beleg van Leiden. Voortaan zouden de opstandelingen in Leiden hun eigen calvinistische geestelijken en bestuurders opleiden. De Leidse Universiteit is dan ook van begin af aan protestants, anders dan de traditionele katholieke universiteiten in Parijs (gesticht in 1170), Orléans (1306) en Leuven (1425).
Lees meer in dit verhaal over
Leidens Beleg en Ontzet
TEGENPOOL
Al snel groeide de jonge universiteit in Leiden uit tot tegenpool van de Leuvense universiteit, die anderhalve eeuw het intellectuele centrum van de Nederlanden was geweest. In Leiden was men relatief tolerant, vernieuwend en praktijkgericht. Er was een botanische tuin, universiteitsbibliotheek, anatomisch theater en ingenieursschool. Deze instellingen legden al gauw bonte verzamelingen aan ‘ten algemeene nutte’. Niet alleen voor nieuwsgierige studenten, maar ook voor burgers en toeristen.
een vrijzinnige stad
Aan de universiteit waren herhaaldelijk hevige discussies over de protestantse leer gaande, die zich naar de straat verplaatsten en zelfs bijna tot een burgeroorlog leidden. Deze tolerantie ten opzichte van nieuwe ideeën was voor veel buitenlandse geleerden een belangrijke reden om naar Leiden te komen of hun werk hier te laten drukken. Zo publiceerden Engelse protestantse gelovigen, later bekend geworden onder de naam Pilgrims, hier twintig controversiële religieuze pamfletten en boeken die in Engeland verboden waren. Deze activiteiten veroorzaakten zoveel rumoer dat Leiden wereldwijd bekend kwam te staan als vrijzinnige stad.
Descartes
De komst van de Franse filosoof Descartes veroorzaakte eveneens heftige botsingen. In 1637 publiceerde hij in Leiden zijn beroemde Discours de la méthode, waarin hij stelde dat kennis alleen op basis van methodische twijfel verworven kan worden (‘ik denk dus ik ben’). Tegen het einde van de zeventiende eeuw was hierdoor het wetenschappelijke denken revolutionair veranderd. Kennis was voortaan een zaak van de eigen waarneming. Ten behoeve hiervan waren in de universiteitsbibliotheek, de botanische tuin en het anatomisch theater internationaal vermaarde verzamelingen tentoongesteld 'tot nut en vermaak' van studenten en burgers. Ze waren zo inspirerend dat studenten en burgers in de beslotenheid van hun studeerkamer ook eigen verzamelkabinetten aanlegden, die zij aan geestverwanten toonden.
GROTE NAMEN
De Universiteit Leiden bleef grote denkers en invloedrijke wetenschappers uit binnen- en buitenland naar de stad trekken, waaronder Josephus Scaliger, Gerard Vossius en Hugo de Groot. In de negentiende en twintigste eeuw volgden onder anderen Johan Rudolph Thorbecke, Heike Kamerlingh Onnes en Albert Einstein.

vier eeuwen geschiedenis in vier video's
Ter ere van het lustrum van de Leidse Universiteit, die in 2015 440 jaar bestond, werden vier video’s gemaakt: Vier eeuwen vrijheid. In vogelvlucht komt de rijke geschiedenis van de universiteit voorbij. Willem Otterspeer, hoogleraar Universiteitsgeschiedenis, belicht de hoogtepunten van meer dan vier eeuwen vrijheid.
Bekijk deel 1 bekijk deel 2 bekijk deel 3 bekijk deel 4
Zo zag Willem van Oranje de functie van de universiteit: als een bolwerk van de vrijheid.
Prof. Willem Otterspeer
verzamelingen
MUMMIES EN INSTRUMENTEN
In de Hortus Botanicus aan het Rapenburg en het Anatomisch Theater in de kapel van het Faliede Begijnhof daar schuin tegenover, was vanaf de jaren negentig van de zestiende eeuw een veelheid van uiteenlopende objecten te bewonderen: Egyptische mummies, Romeinse beelden, gedroogde mensenhuiden, dierenskeletten, Javaanse schedels en Japanse poppen. In het Anatomisch Theater werden skeletten getoond en de chirurgische instrumenten die er werden gebruikt om lichamen van ter dood gebrachte misdadigers onder grote publieke belangstelling te ontleden, met als doel de mens in relatie tot zijn Schepper te onderzoeken en te begrijpen.
Helaas is deze verzameling grotendeels verloren gegaan door de verwoestende explosie van het kruitschip in 1807. Er zijn alleen nog enkele anatomische preparaten die nu in het Anatomisch Museum in het hoofdgebouw van het Leids Universitair Medisch Centrum staan. Een reconstructie van de sectietafel met de tribunes voor studenten en nieuwsgierige toeschouwers is te zien in Museum Boerhaave. Dit museum opende in 1931 zijn deuren onder de naam Nederlandsch Historisch Natuurwetenschappelijk Museum.
Ondertussen floreerde de handel in Leidse lakens. Dankzij toenemende contacten over de hele wereld werden steeds meer naturalia, etnografica en antiquiteiten voor de universiteit bijeengebracht.
Lees meer in dit verhaal over
Zeven eeuwen Leids Laken
KUNST IN DE STAD
Niet alleen de universiteit legde verzamelingen aan, ook het Leidse stadsbestuur verzamelde vanaf de zestiende eeuw objecten en kunstwerken om de reputatie van de stad hoog te houden. Het ging hier niet zozeer om objecten voor wetenschappelijk onderzoek en publieke demonstraties, maar om kunstwerken of herinneringsobjecten uit het stadsverleden. Het altaarstuk met het Laatste Oordeel (1526-27) door Lucas van Leyden en twee eveneens zestiende-eeuwse drieluiken door Cornelis Engebrechtsz. trokken al veel bekijks in de periode dat ze nog in gebruik waren als altaarstukken in de Pieterskerk en het klooster Mariënpoel.
Altaarstukken
Deze schilderijen werden oorspronkelijk voor kerken in de omgeving van Leiden gemaakt. Inmiddels gelden ze als meesterwerken in het museum.
Drieluik met de kruisiging van Christus
Cornelis Engebrechtsz.
Cornelis Engebrechtsz. schilderde dit drieluik met veel aandacht voor individuele emotie en detail. Zijn stijl is ontleend aan de Antwerpse maniëristen. De zijluiken tonen taferelen uit het Oude Testament die in relatie staan tot de hoofdvoorstelling; de kruisiging van Christus. Links het offer van Abraham en rechts de oprichting van de koperen slang. In de predella, het onderstuk, groeit uit het lijk van Adam een boom waaruit volgens de legende het kruishout werd gemaakt. Het altaarstuk werd gemaakt voor het, bij Leiden gelegen, Augustinessen-klooster Mariënpoel. De opdrachtgever, Jacob Maertensz. Schout, was er priester en rector. In de predella wordt hij geflankeerd door zijn naamheilige St. Maarten. De zusters gaan vergezeld door hun ordeheilige St. Augustinus.
Lees meerDrieluik met het Laatste Oordeel
Lucas van Leyden
Het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden geldt als meesterwerk van de noordelijke Renaissance. De natuurlijke weergave van het lichaam in complexe houdingen bereikte Lucas door studie van anatomie en perspectief met behulp van prenten naar werk van renaissanceschilders als Michelangelo, Rafaël, Dürer en Signorelli. Het onderwerp is ontleend aan de Openbaring van Johannes (20: 11-15), waarin hij als in een visioen de terugkeer van Christus op aarde beschrijft. Omringd door de apostelen, heiligen en engelen oordeelt Christus op de Laatste Dag wie naar de hemel gaat en wie naar de hel. De gelukzaligen worden links naar de hemel geleid, rechts sleuren gedrochten en duivels de verdoemden het hellevuur in. In afwijking van de traditie schilderde Lucas van Leyden het drieluik zonder opdrachtgevers. Lucas van Leyden maakte dit drieluik in opdracht van de kinderen van Claes Dircsz. van Swieten ter nagedachtenis aan hun vader, een Leidse houthandelaar, kerkmeester, schepen en in 1523 ook burgemeester van Leiden. Na voltooiing werd het in de Pieterskerk geplaatst. De patroonheiligen van Leiden, de apostelen Petrus en Paulus, schilderde Lucas op de buitenzijden van de luiken. Petrus en Paulus zitten vóór een indrukwekkend landschap dat om diepte te suggereren met verschillende kleuren en volgens een vast schema is opgebouwd. Bij het schilderen koos Lucas voor een hoog gezichtspunt, waardoor hij in dit fantasielandschap zoveel mogelijk elementen uit de zichtbare wereld kon samenbrengen. Zijn Antwerpse tijdgenoot Joachim Patinier maakte als eerste het landschap tot hoofdonderwerp en bracht de religieuze figuratie terug tot bescheiden proporties.
Lees meerLees meer in dit verhaal over
Lucas van Leyden en de Renaissance
BEELDENSTORM
In 1566 haalde het stadsbestuur de monumentale altaarstukken weg om ze te beschermen tegen de allesverwoestende Beeldenstorm. In 1577 kregen de altaarstukken een ereplaats in het Leidse stadhuis aan de Breestraat. Enkele jaren eerder waren daar al objecten te zien die herinnerden aan Leidens Ontzet van 3 oktober 1574. Deze zorgvuldig in vitrinekasten tentoongestelde betekenisvolle objecten lieten bezoekers en toeristen het dappere verzet zien van de stad tegen de Spaanse belegeraars.
EEN EIGEN MUSEUM
In de achttiende en negentiende eeuw groeide de verzameling van stedelijke oudheden en kunst aanzienlijk. In 1874 kreeg Leiden dan ook, in navolging van steden als Dordrecht, Haarlem en Utrecht, een eigen stadsmuseum voor kunst, kunstnijverheid en geschiedenis. Hiervoor werd de zeventiende-eeuwse ‘Laecken-Halle’ in gebruik genomen. Veel van de inmiddels wereldberoemde verzamelingen in Leiden groeiden uit tot nationale musea: het Rijksmuseum van Oudheden, Rijksmuseum Volkenkunde, Museum Boerhaave en het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie (nu Naturalis).
ALS EEN ENCYCLOPEDIE
Vandaag de dag is Leiden een museumstad bij uitstek, met rijke encyclopedische collecties van oudheden, etnografica, natuurhistorische en botanische objecten, kunstvoorwerpen, bibliotheken en archieven. Dat is bijzonder, want in de meeste andere landen bevinden rijksmusea zich in de hoofdsteden. De ‘Collectie Leiden’ is encyclopedisch en werelds. Leiden is een stad van kosmopolieten, mensen die groter en verder denken.
samenwerking
Sinds de Universiteit Leiden in 1575 door Willem van Oranje aan de stad werd geschonken gaat de ontwikkeling van stad en de universiteit hand in hand. Voor Museum De Lakenhal en de Universiteit Leiden is dat aanleiding voor intensieve samenwerking. Zo werden in de projecten CO-OPS (2006-2007) en Utopisch Nest (2008-2014) hedendaagse kunstenaars en wetenschappers aan elkaar gekoppeld.


2011: Erwin Olaf
In 2011 werd door Museum De Lakenhal en de Universiteit gezamenlijk opdracht gegeven voor het monumentale fotowerk 'Liberty' van Erwin Olaf. In 2013 volgde de tentoonstelling ‘Wereldschatten’, waarin topstukken uit de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) werden gepresenteerd.
meer over WereldschattenERWIN OLAF
Fotograaf Erwin Olaf (1959) gaf in 2011 een eigen draai aan het verhaal van Leidens Beleg en Ontzet, bij de gelegenheid van de tentoonstelling en viering van 475 jaar Leidens Ontzet. Hij kreeg van Museum De Lakenhal en de Universiteit Leiden de opdracht om een modern historiestuk en een serie portretten te maken. Erwin Olaf situeerde zijn dramatische voorstelling in de Leidse Pieterskerk en liet daar 'gewone' Leidenaren figureren naast professionele modellen. Het onvoorstelbare leed van de historische Leidse bevolking is daarmee een stuk dichterbij gekomen voor bezoekers van nu.
Liberty – pest en honger tijdens Leidens Beleg
Erwin Olaf
In 2011 gaven Museum De Lakenhal en de Universiteit Leiden gezamenlijk de opdracht aan kunstenaar-fotograaf Erwin Olaf om een nieuw historiestuk te maken, gewijd aan het Beleg en Ontzet van Leiden (1574). Olaf koos ervoor de dramatische laatste dagen van het Beleg te verbeelden, met op de achtergrond de belofte van bevrijding door de geuzen. Traditiegetrouw speelt de honger een hoofdrol in het verhaal van het Beleg en Ontzet. Olaf koos ervoor in plaats daarvan de pest centraal te stellen, die volgens de nieuwste historische inzichten meer slachtoffers maakte dan de honger. Tijdens het Beleg van Leiden in 1574 kwamen ruim 6000 mensen om, bijna de helft van de toenmalige bevolking. Burgemeester Van der Werf werd door Olaf op het tweede plan gezet, om ruimte te maken voor bevelhebber Jan van de Does, diens neef Jacob van der Does en stadssecretaris Jan van Hout, wiens heldenrol in het verleden te vaak onderbelicht bleef. In de flanken van het beeld plaatste Olaf twee jonge vrouwen: rechts Magdalena Moons, de geliefde van de Spaanse legeraanvoerder Valdés, en links de godin Minerva, symbool van de in 1575 opgerichte Leidse universiteit. Veel attributen zijn afkomstig uit de collectie van De Lakenhal. Enkele hedendaagse voorwerpen, zoals een iPod en een leesbril, voegde Olaf zelf toe. De modellen zijn voor het merendeel Leidse burgers die door de kunstenaars werd gecast. Zo componeerde Erwin Olaf een historisch én eigentijds beeld, dat zich in artistieke kwaliteit kan meten met de klassieke historieschilderkunst.
Lees meer

2013: Nacht van kunst & kennis
In 2013 werd ook een succesvol begin gemaakt met de ‘Nacht van Kunst & Kennis’. Op dit jaarlijkse festival wordt op uiteenlopende locaties in Leiden het neusje van de zalm uit de wetenschap gepresenteerd, zij aan zij met kunst, theater en muziek. Leiden laat op deze avond aan een breed publiek zien hoeveel rijkdom aan kunst en wetenschap de stad in huis heeft.

2015: GLOBAL IMAGINATIONS
De samenwerking tussen het museum en universiteit is met Global Imaginations nog verder verdiept en uitgebreid. Deze tentoonstelling wordt in de zomer van 2015 door Museum De Lakenhal georganiseerd in de Meelfabriek, ter ere van het 440 jarig bestaan van de universiteit en in samenwerking met Museum Volkenkunde en LeidenGlobal.
Een bezoek aan ‘Global Imaginations’ is een reis door de geglobaliseerde wereld van vandaag. Nieuwe, eigentijdse wereldbeelden van kunstenaars uit alle continenten staan centraal. Zij zijn allen geworteld in uiteenlopende tradities en culturen maar maken tegelijkertijd deel uit van de huidige ‘global village’. Met deze waaier aan eigentijdse wereldbeelden sluit de tentoonstelling aan bij de lange, kosmopolitische traditie van Leiden als universiteitsstad.
naar de projectwebsiteJori Zijlmans, conservator Geschiedenis Museum De Lakenhal, schreef een essay over Leiden Universiteitsstad, als onderdeel van de online publicatie bij de tentoonstelling Global Imaginations.
lees het essay hier